De gemiddelde werkvoorraad in de burgerlijke en utiliteitsbouw is in juni met twee tiende maand gestegen naar 12,3 maanden. In de woningbouw namen de orderportefeuilles met twee tiende maand toe tot 13,6 maanden werk. In de utiliteitsbouw kwam de gemiddelde werkvoorraad uit op 10,4 maanden, een stijging van één tiende maand ten opzichte van mei.
De orderportefeuilles in de grond-, water- en wegenbouw kwamen in juni uit op 7,5 maanden werk. Daarmee bleven de orderportefeuilles per saldo gelijk ten opzichte van mei. Wel lopen de ontwikkelingen in de deelsectoren sterk uiteen. Zo daalde de gemiddelde werkvoorraad in de wegenbouw met drie tiende maand naar 6,4 maanden, terwijl de gemiddelde orderportefeuille in de grond- en waterbouw met een halve maand steeg naar 9,1 maanden werk.
In de komende maanden zal duidelijk worden of deze sterke stijging in de grond- en waterbouw structureel is. Per saldo kwam de gemiddelde orderportefeuille in de totale bouw in juni uit op 10,6 maanden werk. Afgerond is dit even hoog als in mei. Ongeveer twee op de vijf bedrijven gaf in juni aan stagnatie te ondervinden in onderhanden werk. In de b&u was een tekort aan personeel de belangrijkste oorzaak voor stagnatie. In de gww waren een gebrek aan orders en materiaaltekorten de belangrijkste oorzaken voor stagnatie. De productie is in de afgelopen drie maanden bij 30% van de bedrijven toegenomen en bij ongeveer 10% van de bedrijven afgenomen. Een kwart van de bedrijven beoordeelde hun orderpositie in juni als groot, terwijl 10% van de bedrijven hun orderpositie als klein beoordeelde.
Een kwart van de bedrijven verwacht dat hun personeelsbezetting toeneemt in de komende drie maanden, terwijl 5% van de bedrijven verwacht dat deze gaat afnemen. Driekwart van de bedrijven verwacht dat prijzen gaan toenemen in de komende drie maanden, terwijl geen van de bedrijven een prijsdaling verwacht. Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juli 2022 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.