De gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid bedroeg eind juni 10,6 maanden werk, waarmee deze op hetzelfde niveau lag als in mei.
Ook in de burgerlijke en utiliteitsbouw lag de gemiddelde werkvoorraad met 11,6 maanden op hetzelfde niveau als in mei. In de utiliteitsbouw stegen de orderportefeuilles met drie tiende maand naar 10,4 maanden werk. In de woningbouw daalde de gemiddelde werkvoorraad juist met drie tiende maand tot 12,5 maanden aan werk.
In de grond-, water- en wegenbouw bleef de gemiddelde werkvoorraad ten opzichte van mei onveranderd op 8,5 maanden. Binnen zowel de wegenbouw als de grond- en waterbouw steeg de gemiddelde orderportefeuille met ongeveer een tiende maand. Bij de wegenbouw kwam de gemiddelde werkvoorraad uit op 7,2 maanden, bij de gronden waterbouw op 10,4 maanden. De gemiddelde werkvoorraad bij de gww stijgt niet door omdat de stijgingen bij de afzonderlijke subsectoren minder dan een tiende maand bedroegen.
Ongeveer 35% van de bouwbedrijven gaf in juni aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. Zowel in de b&u als in de gww was een gebrek aan personeel de belangrijkste oorzaak voor stagnatie. In de b&u was daarnaast een gebrek aan orders ook een belangrijke oorzaak voor stagnatie.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij 22% van de bedrijven toegenomen en bij 10% van de bedrijven afgenomen. Daarnaast beoordeelde een op de vijf bedrijven de orderpositie als groot, terwijl 15% van de bedrijven hun orderpositie als klein beoordeelde. Ongeveer 15% van de bedrijven verwacht dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl 8% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. Daarnaast verwacht bijna een kwart van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden. Dit aandeel is in het afgelopen jaar fors gedaald.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juli 2023 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 225 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.